Een referentiestijl legt de regels vast die je moet volgen om te verwijzen naar bronnen. Er bestaan heel wat verschillende referentiestijlen, vaak gelieerd aan een bepaald vakgebied. Ook bepaalde wetenschappelijke tijdschriften leggen een eigen referentiestijl op. Enkele voorbeelden van referentiestijlen zijn: MLA, APA, Vancouver, IEEE, OSCOLA...

Pointers

Referenties moeten:

• volledig zijn (de lezer moet exact dezelfde tekst kunnen vinden)
• uniform zijn (gebruik dezelfde referentiestijl doorheen de volledige tekst)
• eenvoudig zijn (vermijd overbodige informatie)
• leesbaar zijn (het weglaten van de referentie mag geen invloed hebben op de leesbaarheid van de tekst)

Nuttige hulpmiddelen

Er zijn verschillende hulpmiddelen om een referentiestijl correct te gebruiken, zoals bijvoorbeeld referentiesoftware: EndNote, Mendeley, Zotero, enz. Die software werkt als een databank voor je bronnen, waaruit je dan een referentie kan nemen om toe te voegen aan je tekst. Zo kan je automatisch je referenties en bibliografie updaten, wat een pak tijd bespaart.

Specifiek voor APA of MLA kan je ook de bronnengenerator Scribbr gebruiken.

Meer informatie

Lees meer op de website van Taaladvies